
Spreekwoorden: (1914)
Een pruimenmond(je),d.w.z. een kleine, nette mond; een preutsch mondje. De eig. beteekenis van dit woord wordt duidelijk door eene plaats uit Van Effen's Spect. VI, 111: 't Mondje stond of 't pruim wou zeggen; IX, 99: Het mondtje zo effen zetten, als of men geen pruim zeggen kon; vgl. ook XII, 83: P...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een pruimenmond(je),d.w.z. een kleine, nette mond; een preutsch mondje. De eig. beteekenis van dit woord wordt duidelijk door eene plaats uit Van Effen's Spect. VI, 111: 't Mondje stond of 't pruim wou zeggen; IX, 99: Het mondtje zo effen zetten, als of men geen pruim zeggen kon; vgl. ook XII, 83: P...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.